SV | En niemand verdrukt, het pand niet behoudt, en geen roof rooft, zijn brood den hongerige geeft, en den naakte met kleding bedekt; |
WLC | וְאִישׁ֙ לֹ֣א הֹונָ֔ה חֲבֹל֙ לֹ֣א חָבָ֔ל וּגְזֵלָ֖ה לֹ֣א גָזָ֑ל לַחְמֹו֙ לְרָעֵ֣ב נָתָ֔ן וְעֵרֹ֖ום כִּסָּה־בָֽגֶד׃ |
Trans. | wə’îš lō’ hwōnâ ḥăḇōl lō’ ḥāḇāl ûḡəzēlâ lō’ ḡāzāl laḥəmwō lərā‘ēḇ nāṯān wə‘ērwōm kissâ-ḇāḡeḏ: |
En niemand verdrukt, het pand niet behoudt, en geen roof rooft, zijn brood den hongerige geeft, en den naakte met kleding bedekt;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En niemand verdrukt, het pand niet behoudt, en geen roof rooft, zijn brood den hongerige geeft, en den naakte met kleding bedekt;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!